English
\




woensdag 26 okt. 2011

De Pamir


Het verhaal over de Pamir begint en eindigt in een stad. De eerste stad is Dushanbe, de hoofdstad van Tadzjikistan, en de andere stad is Kashgar, de meest westelijke stad in China. Maar het verhaal van de Pamir gaat natuurlijk vooral over een van de mooiste natuurlandschappen op onze reis. En de hoogste. De Pamir is namelijk een hoogvlakte die ongeveer op 4000 meter boven zeeniveau ligt. Deze hoogvlakte ligt aan de noordkant van de Himalaya en je hebt op verschillende punten uitzicht op bergen die meer dan 7000 hoog zijn. Over deze hoogvlakte loopt de M41 die ook wel bekend staat als de Pamir highway. Het is de op een na hoogste internationale weg ter wereld. Ooit was deze route een onderdeel van de Zijderoute, Marco Polo reisde via de Pamir naar China, nu denderen er Chinese vrachtwagens overheen. Maar de weg heeft ook een speciale aantrekkingskracht toeristen. De combinatie van een flinke uitdaging en een prachtig landschap trekt fietsers van over de hele wereld. Helemaal in het vroege najaar als het niet te koud en niet te warm is, met veel kans op helder weer.

Pamirplaatje

Adventurers Inn

In Dushanbe merken we echt dat we niet de enige fietsers zijn die over de Pamir willen fietsen. We zijn al even op zoek in de stad naar het hostel maar de Adventurers Inn is beroemd omdat het zo moeilijk te vinden is. We zijn in de buurt weten we, achter de bazaar en bij een paar ambassades, maar we zien verder alleen maar een gewone woonwijk. Als we de weg vragen aan een meisje neemt ze ons mee: een straatje in, dat lijkt dood te lopen, over een bruggetje en dan wijst ze ons een deurtje in een hoge muur. Als we het deurtje open doen blijkt daarachter een binnenplaats met wel 8 tentjes en overal fietsen schuil te gaan. We stappen dit fietsers wereldje binnen en voelen ons meteen thuis. Dat gevoel wordt nog versterkt doordat er meerdere mensen zijn die we al eens eerder op onze reis zijn tegengekomen. Celien en Jeroen uit België troffen we al in Isfahan en we hebben een gezellige middag doorgebracht met de Denen Mikkel en Hendrik omdat we moesten wachten bij een ambassade. Er zijn mensen van over de hele wereld en er heerst een bijzondere ontspannen sfeer. “Heeft er iemand nog iets nodig van de bazaar?” “Heeft iemand de eigenaar gezien vandaag?” “Ligt het internet er weer uit of heb jij wel een connectie?” “Ik reset de router wel even.” “Wat zijn jullie plannen voor het eten vanavond?”
Er wordt gezamenlijk aan fietsen geknutseld. In het ‘office’ worden websites en blogs bijgewerkt. En er worden natuurlijk reis ervaringen en sterke verhalen uitgewisseld. Eén avond wordt uitgeroepen tot Wodkanight en wat we nog weten is dat de eigenaar toen een barbecue organiseerde…

Vodkanight

Veel praten en lachen dus op het binnenplaatsje onder de bomen. De mensen die van west naar oost reizen wisselen tips en ervaringen uit met de reizigers van oost naar west. Die laatste categorie kan ons belangrijke informatie geven over de weg die voor ons ligt. Waar kunnen we slapen en is er voldoende eten te krijgen? Is het koud daarboven en hoe is de weg? Len is een 60 jarige Brit die de Pamir al achter zich heeft liggen. Hij fietst namelijk de route die Genghis Khan op zijn veroveringstocht heeft afgelegd van Mongolië terug naar Schotland. Hij schetst in detail en met humor hoe zwaar en mooi de tocht wordt die voor ons ligt.
Op de dag van vertrek willen nog vier andere fietsers vertrekken richting het oosten. “De Zwitsers” en “de Belgen” zijn hun tent aan het afbreken maar de startblokken worden niet heel fanatiek bestegen. Iedereen zit heerlijk te relaxen aan het ontbijt. Len ziet de luie start met plezier aan. “Let’s make it a race!” Zegt hij met glinsterende ogen. Wie het eerste in Khorog is verdient een blikje Russische sardientjes. Dan heeft hij die niet voor niets de Pamir overgesleept. Er wordt gekreund bij de gedachte aan een race. Dat is wel het laatste wat je wil beaamt ook Len. Iedereen moet het lekker op zijn eigen tempo doen. Toch blijft hij er nog even over grappen. Wij zijn de eerste die vertrekken die morgen, niet omdat we willen winnen maar gewoon omdat we er klaar voor zijn. Denken we….

klimmen

En dan fietsen we de Pamir highway op. Voor een echt goede indruk moet je misschien geen tekst lezen maar eens rustig gaan zitten voor het foto album De Pamir over. Woorden als ‘hoog’ of ‘indrukwekkend’ kunnen onmogelijk een landschap vangen. Maar ik ga natuurlijk wel een poging wagen om jullie mee te nemen op onze tocht.
De eerste kilometers na Dushanbe is er nieuw asfalt zo glad dat je er bijna aan gewend zou raken. Maar na een paar dagen maakt het asfalt plaats voor een gravelweg die nog 150 kilometer aan zal houden. De ‘grote’ beroemde Pamir highway is op sommige plekken niet meer dan een karrenspoor met enorme keien en rotsblokken. Het is zwaar fietsen zeker omdat de weg omhoog gaat. Het uitzicht maakt echter veel goed. We fietsen door gorges die na iedere bocht van de rivier een nieuw dal onthullen met nieuwe verrassingen. Zo zien we een hele groep gieren die vlak boven ons hoofd vliegen om op de thermiek langzaam steeds hoger te klimmen. De variëteit aan vogels is groter in Tadzjikistan dan in de voorgaande landen en het vogelboekje met ‘vogels van Europa’ in onze tas is nu definitief geen toereikend middel meer. Maar al kunnen we niet elke vogel benoemen dat staat genieten met de verrekijker niet in de weg.
Het is een uur of tien ’s morgens als we beginnen we aan de eerste pas. Het is lang niet de hoogste pas op deze route maar we zitten nog steeds op het gravel en we weten dat we 1500 meter moeten klimmen in 35 kilometer. Vol goede moed beginnen we aan deze klim. We hebben immers nog de hele dag de tijd? De zon schijnt volop, we hebben wind mee en we hebben spectaculaire uitzichten over het dal waar we uit gekomen zijn. We komen tijdens onze klim een Rus tegen met hele lichte bepakking die zich bij ons aansluit. Om vier uur ’s middags zijn we al aardig moe na uren worstelen over het gravel. Soms moeten Line en de Rus lopen omdat een kiezel van twee cm hoog een enorm obstakel kan zijn op het steile pad. We moeten nog 500 meter omhoog en we zien de pas al liggen. We hebben nog drie uur daglicht om de pas over te komen en dat lijkt nog steeds een haalbare kaart.
Maar na drie uur wordt het donker met nog zo’n 200 hoogtemeters te gaan. We zijn al zoveel geklommen dat het niet zo gezond is om onze tent op te zetten als er al een plekje langs de kant van de weg zou zijn. Ons lichaam zou last kunnen krijgen van het verschil in hoogte met onze slaapplaats vanmorgen. We moeten dus de pas over of terug naar beneden voor een kampeer plek. Dat laatste voelt als een heel onnatuurlijke keuze. We hebben zo hard gewerkt om op deze hoogte te komen. En dus gaan we door, lopend naast onze fiets, hoewel we erg moe zijn. De kou en het gebrek aan licht maken de laatste kilometers van de dag er niet gemakkelijker op. Maar we halen de pas en dalen daarna nog elf kilometer af, stuiterend in het donker over de gravelweg. Zodra we genoeg afgedaald zijn zetten we de tent op, pal langs de weg op het eerste beschikbare plekje. Heel opgelucht dat we in onze slaapzak mogen kruipen.

De afloop van de sardientjesrace

De hele tocht vragen we ons af waar de andere fietsers uit het hostel gebleven zijn. Afgezien van de Rus komen we niemand tegen die naar het oosten fietst. Wel ontmoeten we ongeveer om de dag tegemoetkomende fietsers waar we altijd even een praatje mee maken. Van de groep fietsers uit Dushanbe geen spoor. In Khorog aangekomen is er alleen Ian die met zijn 4×4 deze omgeving doorkruist. Als hij ons ziet haalt hij met een lach een blikje Russische sardientjes tevoorschijn. Bedankt Len!

Koude nachten en warme bronnen.

Na Khorog wordt de weg beter al laat het asfalt ons weer tijdelijk in de steek bij vrijwel iedere pas. We zien sneeuw op de bergen liggen en het wordt nu ook kouder onderweg. In Dushanbe liepen we nog in korte broek en T-shirt met temperaturen boven de 35 graden. Nu, iets meer dan een week later, hebben we nachtvorst en fietsen we overdag met een lange broek en soms een jas aan. Dat is wel even wennen aangezien we sinds Istanbul hoge temperaturen hebben gehad. Sommige kledingstukken hebben we al die tijd meegesleept en die mogen nu de tas uit. Eindelijk is het tijd om de spullen van onze sponsoren uit te proberen. Sportief Tilburg heeft in samenwerking met Columbia voor winterkleding gezorgd. Columbia wil de nieuwe technieken die ze in hun kleding hebben verwerkt uitproberen. Zo hebben we T-shirts met Omni-heat techniek die de warmte van ons eigen lijf terugkaatsen zodat de dunne stof ons toch lekker warm houdt. Ook hebben ze Line twee verschillende schoenen meegegeven. Ze zien er precies hetzelfde uit maar de ene schoen heeft Omni-heat en Omni-dry techniek.. Eén extra droge en extra warme voet dus. Maar mijn andere voet heeft ook niks te klagen. We zijn echt blij met de goede winterkleding die we bij ons hebben. Zeker als we andere fietsers zien die te weinig kleding bij zich hebben of fietsers treffen die zich afvragen of een fake outdoormerkjas in China kopen nu wel zo’n goed idee was.
De kou ’s nachts is ook een reden om wat minder te kamperen en meer uit te kijken naar slaapplaatsen onder een dak waar dat mogelijk is.
Een bijzondere nacht hebben we in een Sovjet kuuroord langs de kant van de weg. Hier zijn heet water bronnen met zwavel en de Russen hebben er jaren geleden een kuuroord omheen gebouwd. Het gebouw ademt een troosteloosheid uit die het goed zou doen op een filmset. Een lange donkere gang met hotelkamertjes aan weerszijden. Wij delen onze kamer met een kamergenootje die met razendsnelle pootjes over onze kussens en door ons haar roetsjt in het midden van de nacht. We denken aan een kakkerlak maar zeker weten doen we dat niet. Het is een van de eerste kakkerlakken op onze reis en het zal zeker niet de laatste zijn…We laten het licht maar aan die nacht. In de hoop dat ‘het’ ons verder met rust laat.



Je kunt in het kuuroord eten in een kantine. Voornamelijk oud brood en soep die vet en smakeloos is. Het is een kennismaking met het eten op de Pamir wat hoe langer hoe treuriger wordt. Het bad, dat voor mannen en vrouwen gescheiden is, lijkt in de verste verte niet op de luxe omgeving die je je voorstelt bij het woord spa of kuuroord. Het is een beetje alsof je gaat zwemmen in een bunker maar het zwavel bad is wel een hele ervaring en onze vermoeide spieren ontspannen in het warme water. We blijven hier een dag extra omdat Line last heeft van de hoogte. Hoofdpijn, een beetje duizelig, slappe knietjes en traag reageren. Na een dagje wennen aan 3500 meter zijn de klachten weer verdwenen en kunnen we zonder problemen verder.

Een bijna leeg landschap

Na het kuuroord gaan we over de magische grens van 4000 meter hoogte. Het landschap wordt kaler en leger. Weinig begroeiing en weinig bebouwing. In het ruige landschap kijken we uit naar het Marco Polo schaap wat hier in het wild voorkomt. Het is een schaap met de grootte van een kalf en met lange gekrulde horens. We zien het schaap uiteindelijk alleen bij een jager thuis op een foto en als jachttrofeeën aan de muur. We zien wel kleine kuddes met yaks en die indrukwekkende beesten met hun grote lijven maken het gemis van het Marco Polo schaap vervolgens weer een beetje goed. Ook eten we Yaklever met uien (de smakelijkste maaltijd van de Pamir) en drinken we yak boterthee. Verder merken we weinig van de fauna op de Pamir met één uitzondering: in onze ingewanden reist een parasiet mee waar 50% van de Pamir reizigers last van krijgt. Het beestje in onze buik zorgt soms voor diarree en een enorme hoeveelheid stinkende winden. Het is maar goed dat de Pamir zo’n weids en open landschap is….. Wij zijn na een half jaar reizen iedere schaamte voorbij en bespreken onze stoelgang in geuren en kleuren met elkaar. “Hoe was het vandaag lief?” “Nou…. Niet helemaal westerse kwaliteit zullen we maar zeggen.”
Ik weet het; in Nederland is zoiets not done maar we zijn niet de enige reizigers die het hierover hebben. Sterker nog: we bereiken het punt waarop we kleur, geur en consistentie bespreken met reizigers die we pas net ontmoet hebben. Het is boeiende conversatie en ik raadt iedereen aan eens een balletje op te gooien tijdens de lunch op het werk.



Maar terug naar de bergen want we dwalen af. We genieten van het lege landschap en het gevoel dat we hier nagenoeg alleen doorheen reizen. We zien soms een herder met schapen en geiten en we vragen ons af waar ze vandaan komen of naar toe gaan. Er is soms vele tientallen kilometers geen dorpje te bekennen. Een paar keer per dag passeert ons een vrachtwagen of een jeep met toeristen. We staan dan ook raar te kijken als er een klassieke auto uit de verte komt aanrijden. Het blijkt een Bentley uit 1936 die meedoet aan een rally. Even later gevolgd door een Porsche uit 1974. Er wordt gestopt voor een praatje. De bestuurders zijn verbaasd fietsers aan te treffen op deze slechte weg. De verbazing is geheel wederzijds!

Bentley 1936

Slapen in een homestay

Ondanks het lege landschap is het toch niet heel moeilijk om een slaapplaats te vinden voor de nacht. Er zijn geen hotels op deze route maar je kunt in ieder dorpje wel een homestay vinden. Zijn er geen officiële homestays dan kun je bij ieder willekeurig huis langs de kant van de weg aankloppen. Tegen een vergoeding mag je mee eten, slapen bij de kachel en krijg je ’s morgens ontbijt. Deze overnachtingen geven een heel bijzonder kijkje in het leven van de mensen die in de Pamir wonen. Het is een hard en simpel leven. Er is geen stromend water en het huis wordt verwarmd met een kachel gestookt op gedroogde mest. Op deze kachel wordt ook gekookt. Er zijn bijna geen meubels in huis. Geen tafel, geen stoelen en geen bedden. Een vitrinekast waar servies, knuffels en foto’s uitgestald staan mag echter niet ontbreken als je een beetje geld hebt. In de hoek van de slaapkamer ligt een stapel dikke dekens kussens en matrasjes. De stapel is soms wel manshoog en daarmee wordt ’s avonds voor iedereen een bed gebouwd. Voor het toilet moet je naar buiten waar een beerput staat met een muurtje eromheen. We zien een aantal badkamertjes van binnen en ook dat is een hele belevenis. Het is meestal een schuurtje opgetrokken van leem van nog geen drie vierkante meter. Het badkamertje wordt heel warm gestook door een kacheltje. Aan een kant staat een houten bankje met haakjes erboven. Op het vuurtje staat een grote pan met heet water. Er is een emmer met koud water en een teil waarin je het water kunt mengen tot de juiste temperatuur. Je giet het water met een steelpannetje over je hoofd heen. We zien wekenlang geen douche maar op deze manier kun je toch redelijk schoon blijven.

Ontwikkelingswerk

Het Pamir gebergte is geen rijk gebied, zoveel is wel duidelijk. We zien bij dorpjes vaak een bordje langs de weg waarop staat uitgelegd wat er mogelijk is gemaakt met geld uit het westen. Kinderen krijgen bijvoorbeeld maaltijden op school zodat ouders gestimuleerd worden om kinderen naar school te sturen. Toch zien we hier en daar nog wel wat hele jonge geitenhoeders. We verbazen ons over het gebrek aan ondernemingszin van de bevolking. Het komt op ons over of veel mensen gewoon urenlang op hun hurken langs de kant van de weg zitten. Onze indruk wordt bevestigd door een medereiziger die een vriend heeft bezocht die ontwikkelingswerk doet in de Pamir. De bevolking kijkt een beetje neer op handel drijven, weet hij te vertellen. Misschien is het daarom dat we in dorpjes vaak maar moeilijk een winkeltje kunnen vinden. Er is geen uithangbord en soms moeten ze speciaal voor ons geopend worden. Iemand komt uit het huis aan de overkant van de weg en gaat achter de toonbank staan. Er ligt bedroevend weinig in de schappen. En wat er ligt kunnen we niet gebruiken. Wij zijn altijd op zoek naar brood, frisdrank, bronwater, yoghurt groente of fruit. Wat je ook vindt in de winkeltjes: bovenstaande artikelen bijna zeker niet. Er komen iedere dag wel wat toeristen langs dus met een paar flessen bronwater moet toch wat geld te verdienen zijn, zou je zo denken. Na een paar dagen weten we dat we brood niet in de winkeltjes moeten zoeken. Ieder huishouden bakt zijn eigen brood en dus kopen we het soms van particulieren.
Aan de ene kant stoppen we de mensen op de Pamir graag wat geld toe voor een slaapplaats of een brood. Aan de andere kant worstelen we met de passiviteit van mensen en het feit dat ze wél aan ons willen verdienen. Zo betalen we vaak een onredelijke prijs, puur omdat we geen andere mogelijkheid hebben. Special price for you!! Driedubbel de normale prijs en dit oudbakken brood is helemaal voor jou. Grijp deze kans nu, want de komende 60 kilometer komt er niets meer! Ook bieden homestays soms maar een matige service. In een koude kamer twee uur wachten op een maaltijd met als enige ingrediënt half gare aardappels die drijven in het vet. In de tussentijd mag je zelf het bed in elkaar knutselen van dekens. Je betaalt er evenveel voor als voor een prachtige hotelkamer met badkamer én ontbijt in Oezbekistan of een midweek overnachten in een hostel in Kashgar.
Ach, we zien het geld dat we achterlaten bij de homestays maar als ons eigen ontwikkelingswerk en soms krijgen we daar ook wel hele bijzondere ervaringen voor terug.



We verblijven een dag in Murgab waar niet genoeg stroom is voor het hele stadje. Maar dat hebben ze met elkaar goed opgelost. De ene helft van de stad heeft overdag stroom, de andere helft ’s avonds. Wel hebben ze hier een markt waar je ‘bijna alles’ (geintje)kunt krijgen. Wij vallen een keer voor een souvenir en kopen er twee mooie vilten hoeden zoals de mannen ze hier dragen.

Pamirheren

Een hoogtepunt

4666 Staat er op de hoogtemeter. De hoogste pas van de Pamir Highway is beklommen en daar zijn we zelf toch wel even van onder de indruk. We staan stil bij dit bijzondere hoogtepunt van onze reis dat bijna op de dag af halverwege het jaar reizen valt.



Een paar dagen later overnachten we in Karakul wat aan een mooi meer ligt dat door een kraterinslag is gevormd en dan zit de Pamir Highway er al bijna op. Je zou zeggen dat nu het makkelijke deel komt: naar beneden. Maar daar zitten toch nog wat kleine addertjes onder het gras. Eerst moeten nog een pas of twee en een paar grensovergangen over. Bij de Tadzjiekse grens wordt Maarten bestolen door de grenswachten. Ze spelen het heel slim: buiten staat iemand die om je paspoort vraagt. Dat haal je uit je stuurtasje waarbij je portemonnee in beeld komt. Het paspoort wordt naar binnen gebracht waarna je gesommeerd wordt om ook naar binnen te gaan. Moe van een stevige beklimming denkt Maarten er niet direct om terug te lopen naar zijn fiets en laat zijn stuurtasje en aan de fiets hangen. Binnen is een douane beambte vijf minuten bezig met onze gegevens in een groot logboek te schrijven. Wat overigens dertig meter eerder ook al gebeurde maar dat was de politie en dit is de douane. Vijf minuten is lang genoeg voor de man buiten om het geld uit Maartens portemonnee te grissen. Honderd euro en de laatste Sumoni’s weg . Gelukkig laat hij de pasjes en alle andere waardevolle dingen zitten.
We fietsen anderhalve dag door Kirgizië en over de beroemde Irkestam pas. Op onze kaart nog maar 3450 meter hoog, slechts 300 meter de hoogte in. De Chinezen hebben hier echter prachtig asfalt neergelegd en toen ze toch lekker bezig waren hebben ze de pas ook maar even verlegd en daarmee 330 meter hoger gemaakt. Vrij frustrerend, zeker voor Line die altijd moed put uit wat er op de kaart staat aangegeven, zeker wanneer het klimmen betreft. Ze dacht dat ze de laatste serieuze pas al beklommen had… Na de pas dalen we een heerlijk eind af om daarna weer stevig te moeten klimmen. Vlak voor de Kirgizische-Chinese grens ontmoeten we twee Franse fietsers, Elize en Thomas. Weken daarvoor hadden we ze al kort gezien bij de Kirgizische ambassade in Tashkent. En een paar dagen later voegen twee Duitsers zich nog bij ons. We fietsen samen naar Kashgar. Het eerste stuk na de Chinese grens is één lange aaneenschakeling van wegwerkzaamheden. We dalen flinke stukken af maar daar staat tegenover dat we ook nog behoorlijke stukken omhoog moeten. Klimmen over, verrassing,……… gravel.
Maar dan komt toch eindelijk de afdaling naar Kashgar. Asfalt en urenlang in een hoog tempo naar beneden. Dat hadden we wel verdiend.

Contrast

Als we de grens met China oversteken kan het contrast bijna niet groter. De passieve Pamir bewoners maken plaats voor de bedrijvige Chinezen. De eerste dagen na de grens zijn er nog weinig dorpjes maar in Kashgar komt de Chinese cultuur in een razend tempo op ons af. We zijn weer in de bewoonde wereld en in het geval van China is dat de ERG bewoonde wereld. De Chinezen zijn echte handelaren en in Kashgar kun je alles krijgen.



We vergapen ons aan de enorme hoeveelheid verse producten die hier overal op straat en in supermarkten verhandeld worden. We zijn slechts 300 kilometer van de Pamir verwijderd en culinair gezien is dit een walhalla. Waar we ook eten, bij stalletjes op straat of in een echt restaurant, alles is even lekker. We bestellen grote hoeveelheden en we kunnen er niet genoeg van krijgen. Vooral de groenten vallen in de smaak. We gaan winkelen. Chocolade, wijn, echte koffie en bier. Om nog maar te zwijgen over zwarte mais, kippenpoten (niet de dij maar het voetbed is de lekkernij) als snack en wel 15 verschillende soorten eieren. Na de Pamir waar de indrukken langzaam en groots op je afkwamen is China ineens een wervelwind van vluchtige indrukken. We nemen de tijd om even te wennen. Lekker in het hostel kletsen met andere reizigers. We nemen Kashgar tot ons in brokjes van een paar uur per keer. Het is een heerlijke stad en na de schok van de eerste paar uur genieten we met volle teugen van de drukte. Want het is de afwisseling die deze reis zo leuk maakt.


Nieuwsgierig naar eerdere belevenissen? Klik hier onder op een van de linkjes


Stannen en stempels | augustus en september 2011
Hulpdiensten in de woestijn | 8 tot 12 augustus 2011

Welcome to Iran! (Iran 2) | augustus 2011
Tegenwind (Iran 1) | eind juli 2011
Van Capadocie tot Van | half juli 2011
Istanbul | begin juni 2011
Balkan en Bulgarije | eind mei 2011
Waarin we trouwen, wij langs gaan bij Marco Polo en… | Italie | 12-05-2011

Frisch und Knusprig | half april 2011

Vertrokken | begin april 2011

8 Reacties op “De Pamir”

Hey!! Waar zijn jullie ondertussen? Wij gaan binnen drie dagen naar India na een prachtig pakistan, zalig hier!!! Hopelijk bevalt China. Nieuwsgierig naar nieuws!
Have fun,
celien en jeroen
http://www.celienjeroen.shareyourstory.nl

7 November 2011
Celien en Jeroen

Line en Maarten,
Alles gelezen en bekeken, wat een ervaringen.
Ik geniet met jullie mee.
In gedachte blijf ik bij jullie samen.
oma

6 November 2011
oma van den Hout

Moet nu als een speer de deur uit om op tijd bij mijn vriendinnetjes aan tafel te zitten…kon niet stoppen met lezen, het was weer smullen!! Voel het meereizen in mijn hart en in mijn buik…trots op jullie! Kussen Roos

1 November 2011
Roos

na 30 dagen wachten eindelijk weer goed nieuws. Wat zijn de foto’s mooi.De Pamir in al zijn pracht. We kijken weer uit naar jullie volgende avonturen. Tot Blogs.

27 October 2011
Huub en Hyta.

Bakkie koffie,plakje cake erbij en dan genieten, eerst van de email, hebben jullie wel eens overwogen om boeken te gaan schrijven ( heerlijke humor! ) en dan het reisverslag,al die ontberingen,dat van die gravel herkennen we wel ( dijkwerkzaamheden) maar na een k.m. of tien ben je daar dan wel van af.
Volgen jullie het nieuws? ( Zware aardbeving ” Van ” ).

Veel glad asfalt toegewenst door Linda & Hans Horsten.

27 October 2011
Hans Horsten.

wauw!!!!!!!!!!!!!! Wij zijn keer op keer zwaar onder de indruk van jullie verhalen echt in 1 woord PRACHTIG. Als ik dit lees krijg ik het gevoel dat ik een beetje mee reis, zo mooi en met gevoel is dit opgeschreven als of ik op jullie schouder mee mag reizen.

26 October 2011
Suzanne en Luuk

Wat fijn om weer wat van jullie te “horen”. Ondanks de wegen en de PP(Pamir Parasiet) gaat het jullie goed.
Ben weer benieuwd naar de nieuwe avonturen van jullie. Ik heb de afgelopen dagen elke dag gekeken of er weer een nieuw verhaal was en gelukkig vandaag weer een mooi verhaal.

26 October 2011
Mirthe

Tjonge jonge, wat een prachtig verhaal. Wat laten jullie ons meegenieten door zo beeldend te schrijven. Het is net als bij het lezen van een spannend boek: je moet doorlezen, ondanks dat we nog steeds niet met het avondeten zijn begonnen. Knorrende magen, maar gewoon doorbikkelen…nou ja, uiteindelijk is dit niets vergeleken met jullie afzien.
Over de poep van Lotta wordt hier regelmatig gesproken zonder scabreuze gevoelens, maar ik twijfel er toch over om mijn eigen ‘output’ volgende week met collega’s te bespreken.
We gaan ons nu aan onze maaltijd wijden.
Liefs van ons en tot een volgende keer.

26 October 2011
Joke en Harry